Competentiegebied 6: Kennis delen en wetenschap beoefenen

De fysiotherapeut handelt volgens de principes van Evidence Based Practice, levert een bijdrage aan de ontwikkeling, instandhouding en toepassing van klinische expertise van zichzelf en anderen en levert een bijdrage aan wetenschappelijke onderbouwing van het fysiotherapeutisch handelen. Hierbij handelt hij daarbij volgens de daaraan gekoppelde wet- en regelgeving en draagt bij aan de innovatie om nieuwe kennis en procedures te ontwikkelen en kennis te verspreiden.

Competentie 6.1: De fysiotherapeut bevordert de kennis van de cliënt, zijn naasten en/of andere betrokkenen, collegae en andere betrokken professionals en mantelzorgers.

STARR

Tijdens mijn stage bij Medicort ben ik op een dilemma gestuit. Enerzijds wou ik de expertise van mijn collegae niet in twijfel trekken en anderzijds vroeg ik mij af waarom vaak werd gekozen voor dezelfde aantal series en herhalingen. Ik vond het erg moeilijk om dit op te brengen omdat ik geen conflict wou creëren met degene welke de tijd nemen om mij kennis bij te brengen.

Uiteindelijk heb ik het opgelost door in de tussentijdse evaluatie het gesprek te openen over dat ik het moeilijk vind om in een half uur de beste zorg te kunnen bieden en dat ik dacht dat hier misschien meer winst te behalen was.

Dankzij mijn achtergrond in de strength en conditioning heb ik een bepaalde skillset welke andere therapeuten eventueel verder kan helpen op fysiologisch vlak.

Dit heeft geleid tot meer kennis in de volledige breedte van de organisatie waardoor er betere gerichte zorg op een optimale return to sport kon komen.

Competentie 6.2: De fysiotherapeut draagt bij aan wetenschappelijke onderbouwing van het fysiotherapeutisch handelen en werkt mee aan wetenschappelijk onderzoek.

STARR

Samen met mijn studie collega Sam hebben wij een onderzoek gedaan naar de effectiviteit van hydrotherapie voor patiënten met Parkinson. Uit dit onderzoek is gebleken dat deze therapie vorm een betere uitkomst laat zien op valgevaarlijkheid en kwaliteit van leven voor ouderen welke leiden aan de ziekte van Parkinson.

Competentie 6.3: De fysiotherapeut past wetenschappelijke informatie kritisch toe.

STARR

Tijdens EFLP-2 heb ik samen met een andere therapeut gekeken naar de evidentie over kniebuigingen maken die verder gaan dan 90° en waar de knieën zich voorbij de tenen bewegen. Hij was er van overtuigd dat dit schadelijk was voor de knieën en vroeg mij naar de evidentie welke het tegendeel aanduid. Na kort literair onderzoek ben ik met mijn bevindingen naar de collega gegaan en zo zijn wij samen naar de evidentie gaan kijken om uit te zoeken wat de beste optie was.

Zijn oude informatie ging over een fout geïnterpreteerd onderzoek wat een knie torsie moment met een torsie moment vergeleek in de rug. De torderende krachten op de knie bleken wel degelijk vergroot maar bij lange na niet zo groot als de krachten welke plaatsvonden op de rug bij een neutrale scheenhoek.

Uiteindelijk zijn wij samen tot de conclusie gekomen dat er geen schadelijke acties zijn bij een diepe kniebuiging. Maar dat dit wel degelijk onder goede begeleiding moet worden opgebouwd met name bij de oudere populatie.

Competentie 6.4: De fysiotherapeut ontwikkelt en voert een persoonlijk ontwikkelplan uit.

STARR

Tijdens mijn EFLP-3 heb ik 3 momenten ingepland waarin een evaluatie heeft plaatsgevonden met als ijkpunt vooraf gestelde doelen. Na evaluatie van de vooruitgang werden nieuwe doelen opgesteld en ook deze werden na 20 weken weer geëvalueerd.

Door dit proces bij te houden heb ik mijn eigen vooruitgang kunnen zien en met name ook kunnen identificeren wat mijn zwakke punten waren.