
Ard Smit
Competentiegebied 1: Fysiotherapeutisch handelen
De fysiotherapeut biedt op methodische wijze expliciet, gewetensvol en oordeelkundig hulp aan cliënten met klachten of problemen aan het houding en bewegingsapparaat. Hij toont professioneel gedrag naar de stand van het vakgebied. Hij verzamelt en interpreteert gegevens, zodat hij in het screenings-, diagnostische en therapeutische proces volgens de principes van EBP beslissingen neemt binnen de grenzen van het beroep. Hij verleent up-to-date, effectieve, curatieve en preventieve zorg op ethisch verantwoorde wijze.[1]
Competentie 1.1: screening
De fysiotherapeut screent cliënten via een gerichte anamnese, eventueel aangevuld met lichamelijk onderzoek, teneinde te besluiten of het gezondheidsprobleem binnen of buiten het beroepsdomein van de fysiotherapie valt.
STARR
Tijdens EFLP-3 heb ik het inloopspreekuur Kampong wekelijks begeleid. Tijdens deze korte momenten met sporters en cliënten was mijn taak om vast te stellen of zij geholpen konden worden middels fysiotherapie. Dit heb ik gedaan door zo mogelijk ernstige onderliggende pathologie uit te sluiten en tevens te kijken wat de belemmerende factoren waren voor natuurlijk herstel. Waren deze factoren beïnvloedbaar door de fysiotherapeut dan volgde een advies om samen met een fysiotherapeut aan de slag te gaan. Al dan niet bij Medicort.
Door dit meermalig uit te voeren ben ik bekwaam als beginnend fysiotherapeut. Tijdens de stage heb ik dit zelfstandig uitgevoerd met feedback naar de stagebegeleider achteraf. Tijdens de stage ben ik ook zaken tegen gekomen waar ik niet zeker van was. Hier had ik de mogelijkheid om andere aanwezige therapeuten te kunnen vragen naar hun expertise. Dit heeft vervolgens ook geleid dat ik op zoek ben gegaan naar een werkplek waar ik samen met andere therapeuten kan sparren over dit soort vraagstukken.
Competentie 1.2: Fysiotherapeutische diagnostiek
De fysiotherapeut inventariseert en analyseert op methodische wijze het probleem met bewegen en relateert dit probleem aan de hulpvraag van de cliënt.
STARR
In EFLP-2 heb ik samen met mijn stagebegeleider Marc veel tijd besteed aan het opzetten van de diagnostische structuur. Met name het opzetten van een goede differentiaal diagnostiek om verschillende opties te kunnen testen is van een enorme meerwaarde geweest.
Tijdens ieder moment met een nieuwe patiënt waar een lichamelijk onderzoek werd toegepast heb ik letterlijk de vraag gekregen welke differentiaal diagnosen ik nu zou kunnen stellen. Waarop ik zelf heb geantwoord met alle mogelijke verschillende opties in volgorde van waarschijnlijkheid.
Dit heeft geleid tot systematisch nadenken over de mogelijke oorzaken van de klacht en heeft daarmee het klinisch redeneer proces een flinke houvast geboden.
Door dit te hebben doorgevoerd in EFLP-3 met mijn stagebegeleiders Johan en Carlijn ben ik start bekwaam geworden als beginnend fysiotherapeut
Competentie 1.3: Fysiotherapeutisch behandelen
De fysiotherapeut past de in samenspraak met de cliënt opgestelde behandelstrategie toe en voert op methodische wijze de in samenspraak met de cliënt geïndiceerde behandeling uit.
STARR
Situatie: Zelfstandig behandelen van de client in de behandelruimte en de transfer naar de oefenzaal zoals van te voren besproken en besloten met de client welke moeite heeft met het vertrouwen van de behandelaar door vervelende ervaringen uit het verleden.
Taak: Mobilisaties van het BSG met postero-translatie talus en aansluitend oefeningen t.b.v. congruentie.
Actie: Uitvoeren mobilisatie en persoonlijk laten voelen hoe de oefeningen moeten worden uitgevoerd m.b.t. lichaamsbesef en uitleg over het werkende mechanisme.
Resultaat: Door de opgebouwde effectieve relatie is er voldoende vertrouwen om draagvlak te creëren, wat zorgt voor het inzien van de noodzaak. Het uitvoeren van de oefening zorgt voor meer vertrouwen om ADL taken te hervatten wat een verhoogde eigenwaarde oplevert en op zijn beurt weer zorgt voor het vertrouwen om meer te bewegen.
Reflectie: De taak op zich is niet erg complex, echter de bijkomende factoren zorgen voor de complexiteit. De wantrouwigheid heeft geleid tot het implementeren van een belangrijk deel van de EBP: de “Patient values”. Door samen te kijken naar wat de patiënt verwacht van de behandeling/behandelaar en dit te leggen naast de aanwezige evidentie kon ik mijn eigen keuzes als behandelaar onderbouwen en deze effectief toepassen.
Competentie 1.4: Afsluiten van het fysiotherapeutisch behandelen
De fysiotherapeut sluit in samenspraak met de cliënt de behandeling af.
STARR
Na een traject van 9 maanden, zoals bij Thijs van H. in EFLP-3, heeft een client een sterke relatie opgebouwd met de therapeut. Op het moment dat het stuk therapie na zo een lange tijd wegvalt is het van belang dat de client zelfstandig zijn eigen activiteiten oppakt.
Het is dan ook van belang dat in goede samenspraak de behandeling wordt stopgezet en dat er genoeg informatie en advies wordt verzorgt om verdere problematiek te voorkomen.
Door samen met de client te bespreken wat de grenzen zijn en hoe nieuwe uitdagingen aangepakt kunnen worden, creëer je een sporter die met vertrouwen terug gaat naar zijn of haar team.
Tijdens de tijd die ik heb besteed met Thijs heb ik gemerkt dat er flink wat onzekerheid bestond over het weer terugkeren op het veld. Met name toen hij zelf steeds meer kon ik een veilige omgeving merkte ik dat het vertrouwen er nog niet volledig was om dit ook op het trainingsveld weer toe te passen. Door in samenspraak met de trainer te communiceren over een rustige herintroductie in het team waren die onzekerheden weggenomen.
[1] Competentieprofiel opleiding fysiotherapie 2015, HvA Amsterdam 2015